In het taalgericht vakonderwijs zijn drie ankerpunten geformuleerd, namelijk:

1. Context

2. Interactie

3. Taalsteun

In alle fasen van het aanleren van lesstof zijn deze drie sleutelbegrippen van toepassing. Een docent moet dus weten waar een leerling staat en moet aansluiten bij wat de leerling kan en weet. Zo kan de docent verder werken zodat de leerling zich kan ontwikkelen. Een taalgerichte docent denkt in oplossingen en verzint manieren om de klas actief te krijgen. De bedoeling van het TVO is de spiraal omhoog in gang te brengen door meer taalgebruik uit te lokken. Dit kan dus zowel schriftelijk als mondeling met interactie, de leerlingen krijgen hierbij goede voorbeelden en taalsteun. Door de relatie te leggen met het vak en de praktijk of de leefwereld van de leerlingen krijgt het een context en een betekenis voor de leerlingen (Hajer & Meestringa, 2015).

Maak jouw eigen website met JouwWeb