Op het vmbo is, naast het geven van taalgericht vakonderwijs, ook erg belangrijk om op de juiste manier vorm te geven aan de leerprocessen. Dit kan worden gedaan door het hybride model toe te passen in het onderwijs. De hybride leeromgeving kenmerkt zich in de eerste plaats door school en beroepspraktijk fysiek bij elkaar te brengen. Hierbij kan je bijvoorbeeld denken aan een leerafdeling van een ziekenhuis, een bedrijf in de school of een adviesbureau. Dus de school gaat naar het bedrijf, het bedrijf komt in de school of de school en het bedrijf richten samen een nieuwe leerplaats. Door deze (fysieke) omgeving is het mogelijk om leerprocessen op een nieuwe manier te organiseren (Huisman , de Bruijn, Baartman, Zitter, & Aalsma, 2010).
Een hybride leeromgeving combineert dus de sterke kanten van twee traditionele leeromgeving en, de school en de beroepspraktijk, tot een nieuwe en meer productieve leeromgeving (Huisman , de Bruijn, Baartman, Zitter, & Aalsma, 2010).
Een hybride leeromgeving bestaat uit twee dimensies van het beroepsonderwijs, zie figuur. De ene dimensie beweegt tussen twee uitersten van leren, namelijk:
· acquisitie (verwerven, weten, begrijpen);
· participatie (deelnemen)
De andere dimensie beweegt tussen twee contexten waarin kan worden geleerd, namelijk:
· geconstrueerd (trainingsruimte, lokaal);
· realistische omstandigheden (leren tijdens het echte beroepsproces, leren terwijl er echt gewerkt wordt).
Door verbindingen te leggen tussen de kwadranten (die je in de afbeelding ziet), kan een hybride leeromgeving ontstaan (Huisman , de Bruijn, Baartman, Zitter, & Aalsma, 2010).
In deze leerprocessen hoeven theorie, reflectie en praktijkervaring niet continu bij elkaar gebracht te worden. Maar ze zijn wel nauw met elkaar verweven. Een hybride leeromgeving die goed is ontworpen is adaptief en biedt leerlingen maatwerk. Zo komen leerlingen goed voorbereid op de arbeidsmarkt (Hybride leeromgeving beroepsonderwijs: maatwerk, 2019).
Maak jouw eigen website met JouwWeb