Leren in context is het eerste ankerpunt van taalgericht onderwijs en het wordt als volgt onderscheiden:

  1. bekende context: de kennis en ervaring die leerlingen meebrengen en die de leraar als voorkennis moet activeren;
  2. nieuwe context: deze context biedt de leraar aan om de leerstof concreet te maken;
  3. doelcontext: hierbij moeten de leerlingen de nieuw verworven kennis moeten leren toepassen, dat wil zeggen de context van het vak, het beroep en de samenleving.

(Hajer & Meestringa, 2015)

Leren vindt ook plaats in interactie met anderen. Om via interactie het leerproces optimaal te laten verlopen is het belangrijp om een aantal zaken bewust te plannen:

  • de setting: klassikaal, in groepjes, duo’s, individueel;
  • de communicatievorm: praten of schrijven;
  • het beoogde onderwerp van de interactie;
  • de feedback.

(Hajer & Meestringa, 2015)

Taalsteun is het meest specifieke van de drie ankerpunten van taalgericht vakonderwijs. Het is de steun die de leerlingen krijgen bij het leren in de vorm van gerichte feedback en aanwijzingen voor het uitvoeren van taaltaken (Hajer & Meestringa, 2015).